SV | En de koning zette Benaja, den zoon van Jojada, in zijn plaats over het heir; en Zadok, den priester, zette de koning in de plaats van Abjathar. |
WLC | וַיִּתֵּ֨ן הַמֶּ֜לֶךְ אֶת־בְּנָיָ֧הוּ בֶן־יְהֹויָדָ֛ע תַּחְתָּ֖יו עַל־הַצָּבָ֑א וְאֶת־צָדֹ֤וק הַכֹּהֵן֙ נָתַ֣ן הַמֶּ֔לֶךְ תַּ֖חַת אֶבְיָתָֽר׃ |
Trans. | wayyitēn hammeleḵə ’eṯ-bənāyâû ḇen-yəhwōyāḏā‘ taḥətāyw ‘al-haṣṣāḇā’ wə’eṯ-ṣāḏwōq hakōhēn nāṯan hammeleḵə taḥaṯ ’eḇəyāṯār: |
En de koning zette Benaja, den zoon van Jojada, in zijn plaats over het heir; en Zadok, den priester, zette de koning in de plaats van Abjathar.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En de koning zette Benaja, den zoon van Jojada, in zijn plaats over het heir; en Zadok, den priester, zette de koning in de plaats van Abjathar.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!